Lied van de maand mei 2024 - Lied 17

’Èssaa ‘eenaj ’el hèhaariem - Ik hef mijn ogen op naar de bergen - Ps 121

Bekijk op YouTube

 Download lied met gitaarakkoorden

De melodie is van het lied "Uw genade is mij genoeg" (Zie hoe Jezus daar loopt) van Marcel Zimmer, Opwekking 614.
De Hebreeuwse en Nederlandse tekst is van Henk Steneker en gebaseerd op Psalm 121.

1 ’Èssaa ‘eenaj ’èl hèhaariem, mee’ajin jaavoo ‘èzrie.
   Ik hef mijn ogen op naar de bergen, waar mijn hulp vandaan komt.
‘Èzrie mee‘im ’ADONAAJ, ‘osee sjaamajim waa’aarèts.
   Mijn hulp is van ADONAAJ, Maker van hemel en aarde.

2 ’Al jitteen lammoot raglèchaa, ’al jaanoem Sjomerèchaa.
   Hij laat je voet niet wankelen, Hij sluimert niet je Bewaarder.
Hinnee loo jaanoem weloo jiesjaan, Sjoomeer Jisraa’eel.
   Zie Hij sluimert niet en slaapt niet, de Bewaarder van Israël.

Refr: ’ADONAAJ jisjmorchaa mikkol raa‘ jisjmor ’èt nafsjèchaa.
   ADONAAJ bewaart je van alle kwaad, en Hij bewaart je ziel.
’ADONAAJ jisjmortseetechaa, oevoo’èchaa mee‘attaa … we‘ad ‘oolaam.
   ADONAAJ bewaart je uitgaan, en je komen vanaf nu … en voor altijd.

3 ’ADONAAJ Sjomerèchaa ’ADONAAJ tsillechaa, ‘al jad jemienè-chaa.
   ADONAAJ is je Bewaarder, ADONAAJ is je schaduw aan je rechterhand.
Joomaam hasjsjèmèsj loo jakkèkkaa, wejaareeach ballaajelaa.
   Overdag zal de zon je niet steken, en de maan niet in de nacht.

Refr: ’ADONAAJ jisjmorchaa mikkol raa‘ jisjmor ’èt nafsjè-chaa.
   ADONAAJ bewaart je van alle kwaad, en Hij bewaart je ziel.
’ADONAAJ jisjmor tseetechaa oevoo’èchaa mee‘attaa.
   ADONAAJ bewaart je uitgaan, en je komen vanaf nu.
Oevoo’èchaa mee‘attaa, oevoo’èchaa mee‘attaa … we‘ad ‘oolaam.
   En je komen vanaf nu, en je komen vanaf nu … en voor altijd.

Vers 1-2: couplet 1. Vers 3-4: couplet 2. Vers 5-6: couplet 3. Vers 7-8: refrein.


 שִׁ֗יר לַֽמַּ֫עֲלֹ֥ות אֶשָּׂ֣א עֵ֭ינַי אֶל־הֶהָרִ֑ים מֵ֝אַ֗יִן יָבֹ֥א עֶזְרִֽי׃

Ps 121:1 Lied van de opgangen. Ik hef mijn ogen op naar de bergen van waar mijn hulp vandaan komt.
עֶ֭זְרִי מֵעִ֣ם יְהוָ֑ה עֹ֝שֵׂ֗ה שָׁמַ֥יִם וָאָֽרֶץ׃
Ps. 121:2 Mijn hulp is van ADONAAJ, Maker van hemel en aarde.
אַל־יִתֵּ֣ן לַמֹּ֣וט רַגְלֶ֑ךָ אַל־יָ֝נ֗וּם שֹֽׁמְרֶֽךָ׃
Ps. 121:3 Hij laat je voet niet wankelen, Hij sluimert niet je Bewaarder.
הִנֵּ֣ה לֹֽא־יָ֭נוּם וְלֹ֣א יִישָׁ֑ן שֹׁ֝ומֵ֗ר יִשְׂרָאֵֽל׃
Ps. 121:4 Zie Hij sluimert niet en slaapt niet, de Bewaarder van Israël.
יְהוָ֥ה שֹׁמְרֶ֑ךָ יְהוָ֥ה צִ֝לְּךָ֗ עַל־יַ֥ד יְמִינֶֽךָ׃
Ps. 121:5 ADONAAJ is je Bewaarder, ADONAAJ is je schaduw aan je rechterhand.
יֹומָ֗ם הַשֶּׁ֥מֶשׁ לֹֽא־יַכֶּ֗כָּה וְיָרֵ֥חַ בַּלָּֽיְלָה׃
Ps. 121:6 Overdag zal de zon je niet steken, en de maan niet in de nacht.
יְֽהוָ֗ה יִשְׁמָרְךָ֥ מִכָּל־רָ֑ע יִ֝שְׁמֹ֗ר אֶת־נַפְשֶֽׁךָ׃
Ps. 121:7 ADONAAJ bewaart je van alle kwaad, en Hij bewaart je ziel.
יְֽהוָ֗ה יִשְׁמָר־צֵאתְךָ֥ וּבֹואֶ֑ךָ מֵֽ֝עַתָּ֗ה וְעַד־עֹולָֽם׃
Ps. 121:8 ADONAAJ bewaart je uitgaan, en je komen vanaf nu en voor altijd.


אֶל־

עֵ֭ינַי

אֶשָּׂ֣א

לַֽמַּ֫עֲלֹ֥ות

שִׁ֗יר

’èl

‘ee.naaj

’ès.saa

lam.ma.‘a.loot

Ps 121:1 sjier

naar

mijn ogen

ik hef op

van de opgangen

Lied van


עֶזְרִֽי׃

יָבֹ֥א

מֵ֝אַ֗יִן

הֶהָרִ֑ים


‘èz.rie

jaa.voo

mee.‘a.jin

hè.raa.riem


mijn hulp

hij zal komen

van waar

de bergen

שָׁמַ֥יִם

עֹ֝שֵׂ֗ה

יְהוָ֑ה

מֵעִ֣ם

עֶ֭זְרִי

sjaa.ma.jim

‘o.see

’A.DO.NAAJ

mee.‘im

Ps 121:2 ‘èz.rie

hemel(en)

Maker van

ADONAAJ

van met

Mijn hulp (is)





וָאָֽרֶץ׃





waa.’aa.rèts





en de aarde

אַל־

רַגְלֶ֑ךָ

לַמֹּ֣וט

יִתֵּ֣ן

אַל־

’al-

rag..chaa

lam.moot

jit.teen

Ps 121:3 ’al-

niet-

jouw voeten

tot de beweging van

Hij zal geven

Niet-




שֹֽׁמְרֶֽךָ׃

יָ֝נ֗וּם




sjo.me..chaa

jaa.noem




jouw Bewaarder

Hij zal sluimeren

יִישָׁ֑ן

וְלֹ֣א

יָ֭נוּם

לֹֽא־

הִנֵּ֣ה

jie.sjaan

we.loo

jaa.noem

loo-

Ps 121:4 hin.nee

Hij zal slapen

en niet

Hij zal sluimeren

niet

Zie




יִשְׂרָאֵֽל׃

שֹׁ֝ומֵ֗ר




Jis.ra.’eel

Sjoo.meer




Israel

Bewaarder van

עַל־

צִ֝לְּךָ֗

יְהוָ֥ה

שֹׁמְרֶ֑ךָ

יְהוָ֥ה

’al-

tsil.le.chaa

’A.DO.NAAJ

sjo.me..chaa

Ps 121:5 ’A.DO.NAAJ

aan-

jouw Schaduw

ADONAAJ (is)

jouw Bewaarder

ADONAAJ (is)




יְמִינֶֽךָ׃

יַ֥ד




je.mie..chaa

jad




jouw rechter

hand

וְיָרֵ֥חַ

יַכֶּ֗כָּה

לֹֽא־

הַשֶּׁ֥מֶשׁ

יֹומָ֗ם

we.ja.ree.ach

jak.kèk.kaa

loo-

hasj.sjè.mès

Ps 121:6 Joo.maam

en de maan

hij zal steken

niet

de zon

overdag





בַּלָּֽיְלָה׃





bal.laa.je.laa





in de nacht

יִ֝שְׁמֹ֗ר

רָ֑ע

מִכָּל־

יִשְׁמָרְךָ֥

יְֽהוָ֗ה

jisj.mor

raa‘

mik.kol-

jisj.mor.chaa

Ps 121:7 ’A.DO.NAAJ

Hij zal bewaren

kwaad

van alle

Hij zal jou bewaren

ADONAAJ




נַפְשֶֽׁךָ׃

אֶת־




naf.sjè.chaa

’èt-




jouw ziel

(aanduiding lijdend voorwerp)

מֵֽ֝עַתָּ֗ה

וּבֹואֶ֑ךָ

צֵאתְךָ֥

יִשְׁמָר־

יְֽהוָ֗ה

mee.‘at.taa

oe.voo.’è.chaa

tsee.te.chaa

jisj.mor

Ps 121:8 ’A.DO.NAAJ

van nu

en jouw komen

jouw uitgaan

Hij zal bewaren

ADONAAJ




עֹולָֽם׃

וְעַד־




‘oo.laam

we.‘ad-




eeuwig

en tot